Een volwassen zoon gaat met zijn bejaarde ouders op reis naar het platteland in de hoop de relatie nieuw leven in te blazen, maar er is niets meer om nieuw leven in te blazen. Dit verhaal van familiale disfunctie speelt zich af tegen de schilderachtige achtergrond van een datsja-gemeenschap (onmiddellijk herkenbaar voor elke post-Sovjet-inboorling), weergegeven door Vytautas Katkas met ironie en een zeldzame sympathie voor zijn ongelukkige onderwerpen.