Torzók
Aaron is negen jaar oud en zijn ouders zijn zes maanden geleden gescheiden. De rechtbank kende de jongen toe aan zijn vader, die na zes maanden strijd zijn kind in een instelling plaatst. We zijn in 1960, een paar jaar na de revolutie. Er heerst een ijzeren discipline in het instituut: de tweeënvijftig kinderen worden in toom gehouden door drie opvoeders en het schoolhoofd, niet bepaald met humane middelen. Volwassenen intimideren echter niet alleen kinderen, maar ook elkaar...
